Bible translations into Dutch
Philips of Marnix, lord of Saint-Aldegonde (1538–1598), who was among the leaders of the Dutch War of Independence wrote one of the earliest Bible translations into Dutch. His translation influenced the later Statenvertaling or "States' Bible."
The first official Bible translation into Dutch directly from Greek and Hebrew sources was the Statenvertaling. It was ordered by the States-General at the Synod of Dort in 1618/19, and first published in 1637. It soon became the generally accepted translation for Reformed churches in the Netherlands and remained so well into the 20th century. It was supplanted to a large extent in 1951 by the Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) translation, which still uses relatively old-fashioned language.
Modern language translations are Groot Nieuws Bijbel (GNB), International Bible Society's Het Boek, and the Roman Catholic Willibrordvertaling. In 2004, the Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) translation appeared, which was produced by an ecumenical translation team, and is intended as an all-purpose translation for pulpit and home use; however, there has been much criticism on its accuracy.[1]
Around the same time, there has also been much work on very literal, idiolect translations, such as the Naarden translation of 2004, Albert Koster's translation of the Old Testament, a work in progress since 1991, and the Torah translation of the Societas Hebraica Amstelodamensis.
In December 2010, the Herziene Statenvertaling (revised States Bible) was released.
In October 2014, the Bijbel in gewone taal (Bible in normal language) was released.[2]
Comparison
Translation | Genesis 1:1–3 | John (Johannes) 3:16 |
---|---|---|
Statenvertaling (SV) (1637) | In den beginne schiep God den hemel en de aarde. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren. En God zeide: Daar zij licht: en daar werd licht. | Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdateen iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. |
Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) (1951) | In den beginne schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. En God zeide: Er zij licht; en er was licht. | Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. |
Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift (NW) (1969) | In [het] begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu bleek vormloos en woest te zijn en er lag duisternis op het oppervlak van [de] waterdiepte; en Gods werkzame kracht bewoog zich heen en weer over de oppervlakte van de wateren. Nu zei God: „Er kome licht.” Toen kwam er licht. | Want God heeft de wereld zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben. |
Groot Nieuws Bijbel (GNB) (1983–1996) | In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was onherbergzaam en verlaten. Een watervloed bedekte haar en er heerste diepe duisternis. De wind van God joeg over het water. Toen zei God: ‘Er moet licht zijn!’ En er was licht. | Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat iedereen die in hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. |
Willibrordvertaling (WV) (1975–1995) | In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en leeg; duisternis lag over de diepte, en de geest van God zweefde over de wateren. Toen zei God: ‘Er moet licht zijn!’ En er was licht. | Zoveel immers heeft God van de wereld gehouden, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft geschonken, zodat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven bezit. |
Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) (2004) | In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water. God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht. | Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. |
Het Boek (HTB) (1987) | In het begin heeft God de hemelen en de aarde gemaakt. De aarde was woest en leeg en de Geest van God zweefde boven de watermassa. Over de watermassa lag een diepe duisternis. Toen zei God: "Laat er licht zijn." En toen was er licht. | Want God heeft zoveel liefde voor de wereld, dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven; zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft. |
Herziene Statenvertaling (HSV) (2010) | In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water. En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht. | Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, *opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. |
Bijbel in gewone taal (BGT) | In het begin maakte God de hemel en de aarde. De aarde was leeg en verlaten. Overal was water, en alles was donker. En er waaide een hevige wind over het water. Toen zei God: ‘Er moet licht komen.’ En er kwam licht. | Want Gods liefde voor de mensen was zo groot, dat hij zijn enige Zoon gegeven heeft. Iedereen die in hem gelooft, zal niet sterven, maar voor altijd leven. |
BasisBijbel (BB) (2013) | In het begin maakte God de hemel en de aarde. De aarde was helemaal leeg. Er was nog niets. De aarde was bedekt met water en het was er helemaal donker. De Geest van God waaide over het diepe water. En God zei: "Ik wil dat er licht is!" Toen was er licht. | Want God houdt zoveel van de mensen, dat Hij zijn enige Zoon aan hen heeft gegeven. Iedereen die in Hem gelooft, zal niet verloren gaan, maar zal het eeuwige leven hebben. |
Leuvense Bijbel (1548) | IN dena beginne sciep God Hemel ende Aerde. Ende de Aerde was woest ende ledich, ende het was duyster op den afgront, ende de b geest Gods sweuede opt water. Ende God sprack: Het worde licht: ende het wert licht. | Want alsoe lief heeft Godt die werelt ghehadt dat hy sijnen eenighen sone ghegheuen heeft op dat alle die in hem ghelooft niet en vergae, maer hebbe dat eewich leuen. |
Deux-Aesbijbel (1562) | INDEN beginne heeft Godt geschapen hemel ende aerde, maer die aerde was ydel ende ledich, ende die duysternissen waren op dat aenschijn des afgronts, ende den gheest Godts dreef op die wateren. Ende Godt heeft geseyt, Laet gemaect worden het licht. Ende het licht worde gemaect, | Want also lief heeft God de werelt gehadt, dat hy synen eenichgheboren Sone ghegheuen heeft, r op dat een yeghelick die in hem gelooft, [volgende kolom] niet verderue, maer het eewighe leuen hebbe: |
References
- For instance the book Het luistert nauw by Karel Deurloo and Nico ter Linden.
- "Feestelijke uitreiking Bijbel in Gewone Taal aan koning Willem-Alexander - Nederlands Bijbelgenootschap". 1 October 2014.
External links
Wikimedia Commons has media related to Dutch bibles. |
- De Delfste Bijbel, the first Dutch Bible (1477)
- Another site with the same
- De Leuvense Bijbel, the second Dutch Bible (1548)
- Statenvertaling: full text, including the Apocrypha; 1977 edition
- UBS Biblija.net/BijbelOnline Bijbel Online: full text of Statenvertaling (Jongbloed-editie and 1977 edition), Nederlands Bijbelgenootschap, Groot Nieuws Bijbel, Willibrordvertaling, and De Nieuwe Bijbelvertaling
- BasisBijbel online
- Neff, Christian (1953). "Biestkens Bible". Global Anabaptist Mennonite Encyclopedia Online. Retrieved 2007-07-26.
- Entry in Dutch Wikipedia